Dit gaat over niets.
Niets dat ik schreef, niets dat ik deed, niets dat ik dacht.
Slechts over wat altijd aan mij voorbij leek te gaan,
als zand door mijn vingers gleed.
Dat wat leek te zijn als een utopie.
Onbereikbaar voor mij.
Oneindig veel metaforen zijn eraan besteed.
Oneindig veel woorden ik eraan gewijd.
Aan het verlies, het vergankelijk.
Het gemis.
Ondertussen geïdealiseerd,
gemaakt tot een leugen.
Juist toen ik was vergeten,
hoe het is om niet langer bitter te zijn.
Op het moment dat ik niets meer zag.
Juist toen was daar datgene,
dat wat overblijft.
Uit het niets was daar
De Liefde
Oef Den, wat een gedicht.
heel mooi!