Mijn eerste essay

Nog nooit eerder in mijn leven schreef ik een essay. Ik had eigenlijk geen idee wat dat precies zou moeten zijn. Na het raadplegen van wat vrienden (inclusief mijn vriend google) was mijn conclusie de volgende:

Een essay is een aan proza grenzend wetenschappelijk betoog is waarin de auteur zijn visie geeft op een verschijnsel en daarbij meer dan eens ongebruikelijke dwarsverbanden legt.

Dat gezegd hebbende volgt hier mijn allereerste essay.


Verschuivende Europese regio’s.

Wat is Europa? Vraag het aan een honderdtal willekeurige individuen en verwacht evenveel verschillende antwoorden. Europa is niet eenduidig te definiëren. Voor de één is Europa een muntstuk, voor de ander is het een gebied waarbinnen hij geen paspoort hoeft te tonen. Voor de één is het een bedreiging van zijn eigen regionale en/of nationale identiteit, voor de ander is het juist een kans om zichzelf meer als inwoner van een regio of land te profileren.

Verder lezen Mijn eerste essay

Wat maakt ons Nederlanders?

Tijd voor een klein stukje zelf-inzicht voor De Nederlander. Wat maakt ons nou eigenlijk Nederlanders?

Nederland is één van de vele natie-staten die de wereld rijk is. Dat wil zoveel zeggen als dat wij een volk zijn, levende binnen de grenzen van ons land. Dus iet zoals de Joden, een volk (natie) zonder land (staat), maar juist een volk met een eigen land. Maar als je daar over nadenkt is het idee van een natie-staat op vele punten onlogisch en misschien zelfs niet meer van deze tijd. En toch zijn wij Nederlanders maar wat graag trots op ons landje. Hoe kan dat toch? Vier zaken die ervoor zorgen dat wij onszelf vrolijk Nederlanders blijven voelen.

Verder lezen Wat maakt ons Nederlanders?

Over niets

Dit gaat over niets.
Niets dat ik schreef, niets dat ik deed, niets dat ik dacht.

Slechts over wat altijd aan mij voorbij leek te gaan,
als zand door mijn vingers gleed.
Dat wat leek te zijn als een utopie.
Onbereikbaar voor mij.

Oneindig veel metaforen zijn eraan besteed.
Oneindig veel woorden ik eraan gewijd.
Aan het verlies, het vergankelijk.
Het gemis.
Ondertussen geïdealiseerd,
gemaakt tot een leugen.

Juist toen ik was vergeten,
hoe het is om niet langer bitter te zijn.
Op het moment dat ik niets meer zag.
Juist toen was daar datgene,
dat wat overblijft.

Uit het niets was daar

De Liefde

‘Ruud voegt je toe als vriend’

We leven in een moderne, snelle, digitale wereld. Ook ik doe daar aan mee. Dankzij mijn iPhone, Twitter, Facebook, LinkdIn en alle andere sites weet ik altijd waar mijn vrienden uithangen, wat ze doen en meemaken. Dat heeft veel voordelen. Zo stond ik gister vast in Oudenbosch; er was iemand voor de trein gesprongen. Eén twitterberichtje verder en er blijken diverse vrienden bereid te zijn hun jas aan te trekken en mij op te halen.

Dat Twitter voor mij waarde heeft staat vast. Maar aan websites als Hyves begin ik meer en meer te twijfelen. Facebook is voor mij een twijfelgeval; het is een manier om contact te houden met mensen die ik op één van mijn reizen in het buitenland heb ontmoet. Maar om even terug te komen op de titel van dit stukje.
Zowel Hyves als Facebook kennen ‘vriendjes’. Voor veel Hyvers is het hebben van veel vriendjes een statussymbool (ik schoon mijn lijst bewust regelmatig op). Maar is dat wel echt zo? Ik klik vaak vrij ondoordacht op ‘accepteren’ of ‘verwijderen’ na de simpele afweging ‘ken ik iemand in het echt of niet?’. Tot ik laatst in de kroeg (de echte, zo’n ruimte met bier en donker hout) in een zeer boeiend gesprek terecht kwam. Mijn gesprekspartner had van mij een facebook uitnodiging gekregen. Hij stond nogal sceptisch tegenover dergelijke sites. In eerste instantie was ik verwonderd. Tegelijkertijd ook zeer benieuwd naar de gedachten erachter; mijn ervaring met de persoon in kwestie was dat hij over het algemeen geen ondoordachte acties uitvoert.

Het woord vriendschap is voor mij belangrijk. Ik zal iemand snel bestempellen als kennis of goede kennis, maar slechts sporadisch als goede vriend. Toch zijn kennissen in het digitale leven al snel ‘vrienden’. Dat is toch op z’n minst vreemd. Een punt waar ik nimmer eerder over na heb gedacht. Na dit kroegavondje wel. Wat is eigenlijk de waarde van een vriendschap? Is die digitaal daadwerkelijk anders dan in het echte leven en waar ligt het verschil?

Groot was dan ook mijn glimlach toen ik enkele dagen na deze kroegavond een mailtje in mijn inbox trof. ‘Ruud heeft je toegevoegd als vriend’. Ik heb zo’n gevoel dat die ene email meer voeten in de aarde heeft gehad dan een klakkeloze acceptatie van een uitnodiging. En zo voelt die acceptatie ineens als een voorrecht. Ik moet toegeven, dat is toch wel heel erg veel leuker.

Nummer vijf

De kerk is gevuld met geluid
De vijfde symfonie van tchaikovsky
Rechtsvoor strijkt een man over zijn cello
Achterin speelt een vrouw fluit
De pauken denderen door mijn hart
Terwijl de violen schreeuwen:
Dood, de dood komt eraan

Dan ineens klaart de lucht,
Strakblauwe lucht schijnt mij toe
En net als ik denk te kunnen genieten
Grijpt de fagot dramatisch in
Weg zon, vergane vrolijkheid

Dit is wat ik ben, zoals ik wil zijn.
Dit orkest is mij.
De man voorin beseft het niet
Toch is hij een klein stukje van mij
Zijn cello is de voorbode
Ze kondigt het aan:
Mijn dood komt eraan

Video kunst

Matthew Brown woont in Seattle. Vanuit daar legt hij de wereld vast op video, combineert dit met geweldige muziek en soms hele treffende speeches. Na het zien van wat in Nederland inmiddels bekend staat als de nieuwe FITNA kon ik niets anders dan de rest van zijn films bekijken. En allemachtig, dit is enorm mooi. De gemiddelde student aan de kleinkunstacademie zou er jaloers op zijn.

Samuel Barber’s ‘Adagio for strings’ doet het natuurlijk altijd goed om een droevige mineur te zetten. Maar in dit geval nog terecht ook.

Hoe laat de chaos van Hollywood treffender zien door rust te creëren?

Hoe maak je iets kleins als mieren en ijs enorm groot? ZO!

En om af te sluiten: dit is onze wereld.

Rollade

Laatst zat het huis vol visite voor de verjaardag van mijn moeder. Mijn zus stond in de keuken te koken. Toen ik met haar stond te praten sneed zij een rollade in twee delen.
“Waarom doe je dat?” vroeg ik haar.
“Geen idee, dat heb ik van je moeder geleerd.”
Dus ik liep de kamer in, schuifelde tussen de visite door en vroeg aan mijn moeder:
“Mam, waarom snij jij een rolade altijd in twee delen?”
“Dat heb ik van je oma geleerd” antwoordde mijn moeder.
Dus ik zocht mijn oma op, die aan de andere kant van de kamer zat.
“Oma, klopt het dat u een rollade altijd in twee stukken snijdt?”
Mijn oma knikte.
“Maar waar is dat dan goed voor?”
Mijn oma begon te lachen.
“Ach jongen, ik heb gewoon zo’n verrot kleine oven.”
Verbijsterd keken mijn moeder en mijn zus naar mijn oma. Ik barste in lachen uit.

Moraal van dit verhaal:
Neem nooit zomaar iets klakkeloos over, lang niet voor alles is een goede reden.

Rijden door de nacht

Misschien ken je het. Je hoort een liedje waarin een moment beschreven wordt dat je nog nooit hebt meegemaakt maar waarvan je jezelf een perfecte voorstelling kunt maken.

Toen ik een kleine jongen was, laten we zeggen een jaar of twaalf, reed ik samen met mijn papa, mama, broertje en zusje terug van mijn oma. Het was donker en voor een kleine jongen al laat. Ik lag met mijn hoofd tegen de rand van het achterportiee. Mijn oor vlakbij een speaker terwijl ik nog net naar buiten kon kijken. Ik zag de ikea Utrecht voorbij glijden. Iemand zong.

‘Iemand nuriet,
Iemand praat.
Iemand slaapt en wordt weer wakker.
Zegt iets tegen mij
Ik schrik op
Uit mijn gedachten:

Dat niets zo mooi en eenzaam is
Als rijden door de nacht.
Dat niets zo mooi en vredig is
Terwijl jij op me wacht’

Toen ik dat als klein kind hoorde, in een roes van slaap wist ik gewoon wat er bedoeld was. Ik voelde het.
Nu zit ik op de bank. De kleine jongen is groot geworden. Niet langer op de achterbank maar met het stuur in mijn handen luisterde ik hetzelfde nummer. Mijn broertje lag op de passagiersstoel te slapen. Met 100 kachelde ik over de rechterbaan van de A15. En ik wist dat dit het moment was.
Het moment wat ik altijd had begrepen. Dat moment,
kwam vanavond.
Eindelijk.

De kip en het ei

Met de volgende aannamens:
– Evolutietheorie bestaat.
– evolutie vindt plaats op genetisch niveau
– genen passen zich niet meer aan na de geboorte
Durf ik te stellen dat de kip geboren is uit een willekeurig, geevolueerd ei, en vervolgens kippeneieren is gaan leggen

Vandaag heb ik, nadat Kees-Jan mij nieuwsgierig maakte, eens wat studies erop nageslagen. Conclusie: het kip en het ei verhaal is opgelost. Tegelijkertijd, als je de meest sluitende oplossing wilt hanteren, dien je een aantal aannames te doen. Deze zijn de volgende:

– Evolutietheorie bestaat. Niet (een) God is de of de grootste speler in dit verhaal.

– evolutie vindt plaats op genetisch niveau

– genen passen zich niet meer significant aan na de geboorte

Indien deze aannamens gedaan worden durf ik het volgende te stellen:

Het ei bestond eerst. Let wel, het ei, niet het kippenei. Het ei bestond, en wat zich daarin bevond evolueerde in een wezen dat later het allereerste kippenei ter wereld zou brengen.

Dat u het even weet.