Alweer

Ik zit in de kroeg
En ben weer ladderzat

Ik kijk om mij heen
En naar buiten

Naar de nacht
Naar de gracht

Denk aan het leven
In het geheel en het even

En aan de dood
Zo machtig, zo groot

Waarom toch iedere keer
Bedenk ik mij dan weer