Liefde

Het mag wel zo zijn
of niet

druisend tegen
zowel lot als toeval

Het onvermijdelijke
ontzettend omarmend

alsof ze daadwerkelijk
onbevreesd is

Maar zo standvastig
en eigenwijs

zoals de ongemeen krachtige
eigen wil

Pijnlijk confronterend
en ontegenzeggelijk

recht voor zijn raap
en kortaf

Het wezen belichaamd
alsof niets anders kon

Niets meer te zeggen
vooral niets meer te zien

En in al mijn eerbied
ga ik door mijn knieƫn

Voor de schoonheid
van liefde