Misschien ken je het. Je hoort een liedje waarin een moment beschreven wordt dat je nog nooit hebt meegemaakt maar waarvan je jezelf een perfecte voorstelling kunt maken.
Toen ik een kleine jongen was, laten we zeggen een jaar of twaalf, reed ik samen met mijn papa, mama, broertje en zusje terug van mijn oma. Het was donker en voor een kleine jongen al laat. Ik lag met mijn hoofd tegen de rand van het achterportiee. Mijn oor vlakbij een speaker terwijl ik nog net naar buiten kon kijken. Ik zag de ikea Utrecht voorbij glijden. Iemand zong.
‘Iemand nuriet,
Iemand praat.
Iemand slaapt en wordt weer wakker.
Zegt iets tegen mij
Ik schrik op
Uit mijn gedachten:
Dat niets zo mooi en eenzaam is
Als rijden door de nacht.
Dat niets zo mooi en vredig is
Terwijl jij op me wacht’
Toen ik dat als klein kind hoorde, in een roes van slaap wist ik gewoon wat er bedoeld was. Ik voelde het.
Nu zit ik op de bank. De kleine jongen is groot geworden. Niet langer op de achterbank maar met het stuur in mijn handen luisterde ik hetzelfde nummer. Mijn broertje lag op de passagiersstoel te slapen. Met 100 kachelde ik over de rechterbaan van de A15. En ik wist dat dit het moment was.
Het moment wat ik altijd had begrepen. Dat moment,
kwam vanavond.
Eindelijk.
Dit doet mij ook denken aan de voorstelling “Ton Zuur” van Javier Guzman. Die begint ook met het soezelen op de achterbank van de auto als klein jongentje en die enorme rust die je dan voelt.
Mooi geschreven!