Karel van Binsbergen had eindelijk zijn kaarten voor de WK-finalevoetbal 2006 gekregen. Toen de wedstrijd begonnen was, vraagt een man achter hem of de plaats naast hem vrij is.
"Ja", zegt Karel, "die plek is niet bezet".
"Ongelofelijk", zegt de man achter hem. "Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat iemand een kaartje heeft voor de WK-Finale voetbal, bijna het grootste sportevenement ter wereld, en dat zo iemand dan niet op komt dagen?
"Nou", zegt Karel, "eigenlijk is die plaats ook voor mij. Mijn vrouw zou eigenlijk meekomen, maar ze is helaas overleden. Dit is de eerste finale dat we niet samen zijn in 20 jaren".
"Oeps", zegt de man achter hem, "Sorry, dat wist ik niet, het spijt me. "Maar kon je dan niemand anders vinden, een vriend of een kennis, om mee te nemen?"
Karel schudt zijn hoofd. "Nee, iedereen is naar de begravenis.